Moeder - seizoen 2004/2005

van Stanislaw Witkiewicz
regie en tekstbewerking: Jules Terlingen
Nederlandse première


Zolang je geluk hebt in het leven
Dan heb je trouwe vrienden bij de vleet
Maar als het minder wordt, al is het maar even
Dan is er steeds die ene vrouw, die jou nee nooit vergeet


Al eerder bewees Jules Terlingen - vaste gastregisseur bij De Appel - dat hij ervan houdt klassiekers grondig te verbouwen. Na Shout across the river (1999), Salomé (2000) en De onverstandigen sterven uit (2001) gaat hij nu het gevecht aan met Moeder, van de Poolse Stanislaw Ignacy Witkiewicz, een uniek en weerbarstig stuk.

Moeder belooft een spannende happening te worden, waarin sfeer heel belangrijk is. Confronterend, een tikje vervreemd, ietwat luguber en subtiel komisch.

28 november 1924 schrijft Witkiewicz aan zijn vrouw:
'Ik heb in de trein op weg naar de Jaworski's (...) een afgrijselijk toneelstuk gecomponeerd, getiteld Moeder. Als het even meezit wordt het echt een fantastisch stuk.'

Het betreffende werk wordt tijdens zijn leven niet meer opgevoerd, pas in 1967 wordt het postuum gepubliceerd.

regie Jules Terlingen
vertaling Karol Lesman
dramaturgie Ronald Venrooy
decor Guus van Geffen
kostuums Annelies de Ridder
geluidsontwerp Jorg Schellekens
productie Fred van de Schilde
spel Hubert Fermin, Leo van der Harst, Geert de Jong, Ids van der Krieke, Judith Linssen, Sijtze van der Meer, Gaby Milder, Hanneke Scholten, Jules Terlingen


Speelperiode
wo 6 april t/m za 28 mei 2005 in de grote zaal van het Appeltheater
première zaterdag 9 april 2005

Moeder van Stanislaw Ignacy Witkiewicz (1885-1939) is het schokkende verhaal over hoe drank, drugs, leugens en goede bedoelingen mensen verwoesten. Een familiedrama pur sang waarin waarheid en illusie, angst en liefde, genadeloos en schaamteloos in alle openbaarheid op elkaar botsen. Waarin een zoon zijn moeder uiteindelijk om verlossing vraagt. Wanneer alles al verloren en vergeven is.

Moeder is ook het verhaal van een zoon die denkt de mensheid te redden. Van een kleinburgerlijke samenleving waar iemand voor de zoveelste keer zijn vinger opsteekt met weer nieuwe plannen en ideeën.

Terlingen vertelt in Moeder opnieuw over mensen die ernstig overhoop liggen met de wereld en de strijd die ze, tegen beter weten in en ongemeen fel, aangaan met ons miezerige mensenbestaan. Opgejaagd door deze zoektocht naar de zin van het leven nemen ze stuk voor stuk hun toevlucht tot verdovende middelen, betaalde liefde, machtsmisbruik en literatuur. Op die manier proberen ze voor even hun ontevredenheid te stillen.

Mijn zoon, neem van moeder dit maar aan
Een leven, nog erger dan de pest is jou hier voorbeschikt
Maar ik heb jou echt dat leven toch niet gegeven
Met het doel dat jij dat allemaal zo maar slikt
(Bertolt Brecht)


Theater als een wonderlijke droom

De Pool Witkiewicz was schilder, schrijver en kunstfilosoof. 'Als iemand het theater verlaat,' vond Witkiewicz, 'moet hij de indruk hebben te zijn ontwaakt uit een wonderlijke droom waarin zelfs de meest alledaagse zaken een ondoorgrondelijke bekoring hadden.' Een kolfje naar de hand van Terlingen, die heel goed weet waarom hij in een stuk wil gaan 'wonen' en welke stijlmiddelen hij daarbij wil hanteren. Terlingen zet bestaand werk net zo lang naar zijn hand totdat het zijn eigen verhaal is geworden, maar zonder dat de waarde van het oorspronkelijke stuk devalueert. Hij vertaalt, schrijft, bewerkt. Samen met zijn acteurs grasduint hij in smartlappen, gebeden, allerhande filosofische teksten en onze mediagenieke leefomgeving. Naast en door elkaar gebruikt hij citaten, clichés, poses, kitsch, kaalslag. Moeder wordt zo een nieuw stuk, gebaseerd op Witkiewicz' tekst.

Personages in een festival van gemiste kansen

Ontregeling is zowel bij Witkiewicz als Terlingen het leidende principe. Beide heren proberen je altijd op het verkeerde been te zetten. Personages beleven hun wereld als een festival van gemiste kansen. Vaak zonder dat ze dat zelf in de gaten hebben. Deze radicale stelling wordt met veel gevoel voor understatement vertaald naar een veelal tragikomische kijk op de zin en onzin van het leven. Terlingen is bovendien altijd bezig het toeval te ensceneren. Omdat dat onmogelijk is, wil hij in zijn regie niet alles van tevoren vastleggen. Theater is zo voor hem het vormgeven, en daarmee beteugelen, van de tomeloze, telkens steeds weer opdringende chaos, die wereld heet.

Junge, komm bald wieder bald wieder nach Haus,
Junge, fahr nie wieder nie wieder hinaus!
Ich mach mir Sorgen, Sorgen um dich.
Denk auch an morgen denk auch an mich!
Junge, komm bald wieder, bald wieder nach Haus,
Junge, fahr nie wieder nie wieder hinaus
(Freddy Quinn)


In de pers

Gevangen in een knot wol

De Appel voert Witkiewicz' `Moeder' op

In het toneelstuk `Moeder' van de Poolse avant-garde kunstenaar Witkiewicz raken alle spelers verzeild in een surrealistische droom. ,,Bij Witkiewicz moet alles ontploffen.''

Een Pools dorpshuis, of eerder: een Brabants dorpshuis dat op een Pools dorpscafé lijkt, met een zaal erachter waar een jukebox staat te treuren, mannen en vrouwen rondhangen, waar ongetwijfeld een van de stamgasten helemaal dronken is en ruzieachtige scènes voorvallen. Tussen geliefden bijvoorbeeld, of een moeder en een zoon. Het kan zelfs zijn dat een oude, gestorven vrouw weer als stralende jonge bruid tot leven komt. In dat Poolse ofwel Brabantse buurthuis gebeurt van alles. Achter een orgeltje zingt een man smartelijke levensliederen van de Zangeres zonder Naam bijvoorbeeld of Johnny Hoes. Het gaat over de troost van het lied en `dat het altijd lente is zolang jij maar van me houdt'.

Opeens is het in dat Poolse dorpshuis helemaal niet pluis. Dan gaat een van de jongemannen schieten. Zijn moeder, die alsmaar heeft zitten breien, doet haar uiterste best haar zoon tot bedaren te brengen. Eerst begint hij haar uit te schelden voor alles wat een toegewijde moeder in de ogen van haar opstandige zoon tot een kwade moeder maakt. Dan omhelzen ze elkaar. Ze zeggen verschrikkelijk veel van elkaar te houden, voor altijd. Alleen dat al, `voor altijd', is natuurlijk een leugen en cliché. Dat weet iedereen op deze plek.

Moeder heet het toneelstuk dat bij eerste lezing deze associaties en beelden oproept. Het is geschreven door de veelzijdigste kunstenaar die Polen heeft voortgebracht, namelijk de romancier, theaterschrijver, dichter, filosoof en schilder Stanislaw Ignacy Witkiewicz (1885-1939). Zijn zelfmoord viel aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, toen de Duitse en Russische troepen Polen binnenvielen. In zijn geboorteland geldt hij als een held. Niet alleen in de grotere theaters, juist ook in de gemeenschapshuizen die doorgaan voor toneelzalen wordt zijn werk opgevoerd. Hij schreef meer dan dertig toneelstukken. Zijn stijl is absurdistisch, bizar, grotesk, bezeten, grillig, grimmig ook en vooral mateloos. Als Witkiewicz' meesterwerk geldt de caleidoscopische, vijfhonderd bladzijden tellende roman Onverzadigbaarheid uit 1930, zes jaar gepubliceerd na het theaterstuk Moeder.

Vormvernietiging

In deze roman breekt hij met de wetten van de traditionele psychologische roman. In Moeder past hij hetzelfde procédé van de vormvernietiging toe: kan dit toneelstuk wel opgevoerd worden? Hebben de spelers wel houvast aan iets dat normaal een `rol' heet? En zo ja, wat is dan een rol? Zijn de personages wel bestaande karakters of eerder metaforen, hersenspinsels van de auteur, zelfs abstracties?

Vragen. Regisseur Jules Terlingen (1957) van Toneelgroep De Appel is zich bewust van de ongrijpbaarheid van een stuk als Moeder, waaraan hij en het ensemble bestaande uit spelers als Geert de Jong en Hubert Fermin werken. ,,Gisteren verloren jullie opeens de chaos die ik graag wil zien'', zegt hij na afloop van een repetitie tegen de spelers. ,,Maar geen wanorde natuurlijk, eerder een stijl, een sfeer waarin onzeker is of de voorstelling zich nu afspeelt in de herkenbare werkelijkheid of in de roes waarin de personages zich aldoor bevinden.''

Geert de Jong in de rol van Nina, de moeder van zoon Leon, zegt: ,,Zij is helemaal geen moeder, ze is eerder een fenomeen. Ze vertegenwoordigt het hele complex van wat moederschap zou kunnen zijn.''

Het spel van acteur Hubert Fermin heeft altijd iets beschouwends, alsof hij niet werkelijk deelneemt aan de actie maar terzijde staat. De belangrijke rol van theaterdirecteur geeft hem de kans als scherpzinnig waarnemer bij de banale buurthuisgebeurtenissen op te treden. Hoe dieper de cliëntèle wegzinkt in drugs, cocaïne, alcohol en andere geestverdovende middelen, des te verheffender klinken de monologen van de theaterdirecteur. Die trouwens een onafscheidelijk glas sterke drank in de rechterhand houdt.

Witkiewicz zelf noemde in een brief aan zijn vrouw het toneelstuk `afgrijselijk'. Terlingen vertaalde het afschuwelijke ervan in een beeld van een intens droeve plek waar de dorpsmensen bijeenkomen om iets van troost te vinden. Ik moest denken aan een uitspraak van de Poolse schrijver en Nobelprijswinnaar Czeslaw Milosz, die in zijn herinneringsboek Geboortegrond (1959) schrijft: ,,Polen kunnen niet gelukkig worden. Wanorderlijkheid, het onvermogen de materie te beheersen (bruggen vol gaten en wegen vol modder horen sinds de Middeleeuwen tot de vaste attributen van Polen in de Europese literatuur), lichtzinnigheid en alcoholisme, het gebrek aan talent het leven zó in te richten dat het gezellig is.'' Terlingen legt uit: ,,Ik ben nooit in Polen geweest, en toch zie ik Polen voor me. Hoe het land moet zijn, hoe de etablissementen eruit zien. Net als in eerdere regies, als Peter Handkes De onverstandigen sterven uit, vermijd ik elke psychologie. Moeder is vooral een droef en sinister stuk, en dat maakt het betrekkelijk zeldzaam in de toneelliteratuur.''

Terlingen kwam niet met een vooropgezet idee bij de eerste lezing. Al snel plaatste hij de spelers in een decor dat een vergaarbak lijkt te zijn, waarin van alles is neergegooid. Een strijkplank die dienst doet als muziekstandaard, een bakelieten telefoon, stoelen met scheve poten, de onmisbare jukebox, de afstandse bar. De moeder heeft een echtgenoot, maar die is overleden. Dood of niet-dood is voor Witkiewicz geen werkelijk onderscheid; een dode vader is gerust als levend acteur op de bühne aanwezig. Ook Nina's dode man leeft aan het slot ineens. Voor Terlingen geldt als motto om te regisseren de `vrije associatie'. Tijdens de repetitie laat hij alles van het toeval afhangen, en dan moet uiteindelijk blijken wat hij behoudt. Op de middag dat ik aanwezig ben in het Appeltheater in Scheveningen valt me op dat de draden, afkomstig van de knot wol waarmee Geert de Jong in de moederrol zit te breien, op een gegeven moment een eigen leven gaan leiden. Ze lopen van haar stoelpoot naar de enkels van de zoon, wikkelen die in. Sijtze van der Meer als Leon loopt ermee verder. Over de vloer ontstaat het patroon van draden waarin moeder en zoon zijn gevangen. Maar dit is al te symbolisch gedacht. Terlingen: ,,Ik zag het ook, ik vond het prachtig, maar het was geen opzet. Nu het gezien is, is de verrassing er ook weer af. Ik probeer het met de spelers te vergeten en wie weet komt het plots weer terug.''

Internetregisseur

Terlingen zou je een `internetregisseur' kunnen noemen, een surfer langs allerhande sites. Tijdens het repeteren heeft hij altijd een laptop met internetverbinding binnen handbereik. Valt er een woord in de tekst dat vraagt om nadere uitleg, dan typt hij het in, zoekt en print wat gevonden is. Vervolgens verdeelt hij dat onder de spelers. Ze hoeven er niet meteen iets mee. Ze kunnen het lezen of laten liggen. ,,Maar het wonderlijke is'', zegt Hubert Fermin, ,,dat je er opeens naar grijpt. Witkiewicz schrijft aanstekelijk over het fenomeen van de `claque', dat zijn toeschouwers, vaak studenten, die in de negentiende eeuw door de claquemeester aangespoord werden tot applaus. Via diverse zoekmachines kwamen we tot prachtige verhalen over deze `bijvalverwekkers' die niets anders hoefden te doen dan op het teken van de chef de claque in gejubel uit te barsten. Terwijl in het buurthuis een gezang losbarst, houd ik een monoloog over hen. Dat is bijzonder pijnlijk, want voor de arme sloebers die hier aanschuiven zal natuurlijk nooit iemand klappen.''

Behalve als schrijver van overweldigend fantasierijk proza - in Onverzadigbaarheid gaat de Chinese Muur bijvoorbeeld aan de wandel en zal de wereld in zijn greep nemen - geniet Witkiewicz bekendheid als schilder. Zijn werk sloot aanvankelijk aan bij Picasso en Braque, maar gaandeweg werd hij de man van nachtmerrieachtige taferelen, waarin angstdromen van bebloede, afgehakte hoofden figureren of surrealistische taferelen met opengespleten lichamen of vogels met vuurrode ogen en haaksnavels. Dit werk verkocht niet. Uit onvrede en om aan geld te komen begon hij te portretteren, maar nooit gelijkend. Integendeel. De aan allerhande drugs verslaafde Witkiewicz - kenner van alcohol, cocaïne, peytol (een Mexicaanse drug) en morfine - werkte in nachtelijke sessies. Hij vaardigde een reglement uit waarin onder meer stond dat de geportretteerden zich nooit bij de kunstenaar mochten beklagen. Dit Reglement van de Portrettenfirma moest elke klant lezen alvorens model te gaan zitten. Zo luidt Paragraaf 6: ,,Vrouwenportetten met decolleté en blote schouders zijn één derde duurder. Iedere hand kost een derde van de totale prijs. Waar het portretten met bovenlijf of het hele corpus betreft gelden speciale overeenkomsten.''

Naar verluidt maakte Witkiewicz duizenden van deze portretten en worden ze nog steeds op een Poolse zolder gevonden. Vaak kwam grootvader of oma er zo bekaaid van af, dat het portret meteen in het duister verdween. Jules Terlingen zou een motto van Witkiewicz-de-schilder wel boven het decor willen projecteren. Dan komt er boven de toneelopening te staan: ,,De klant moet tevreden zijn. Misverstanden uitgesloten.'' En: ,,Iedere kritiek van de kant van de klant is volstrekt uitgesloten.''

In de personages die Witkiewicz in Moeder opvoert, herkent Terlingen de mannen en vrouwen die de schilder op zijn doeken toont. ,,Witkiewicz signeerde zijn schilderijen met codes, zoals bijvoorbeeld `Mesk', wat mescaline betekent of `Co' voor cocaïne. Tijdens het schilderen was hij dus onder invloed. Stond er nu `Co - 2' dan had hij het betreffende portret gemaakt na twee dagen onthouding van cocaïne. De gemodelleerde diende hiermee rekening te houden'', zegt Terlingen. Hij vervolgt: ,,Alle karakters in het stuk zijn verslaafd. Dat maakt het zo lastig om erachter te komen in welke werkelijkheid ze leven. Witkiewicz is niet bang. Hij hekelt in Moeder de well-made plays van zijn collega Henrik Ibsen of de huwelijkssatires van Strindberg. Bij Witkiewicz moet alles ontploffen, en daardoor explodeert ook de traditionele dramaturgie. De personages raken verzeild in een wonderlijke, surrealistische droom. Het lijkt alsof Witkiewicz in zijn tomeloze scheppingsdrift niet kon ophouden. Hij heeft eens geschreven dat een nachtelijk experiment met peytol hem zoveel woeste taferelen heeft geschonken dat hij er een heel leven op kan teren. Zulke demonische taferelen keren in Moeder terug.''

Noodzaak

Een van de meest filosofische teksten uit Moeder ligt in de mond van de theaterdirecteur. Hij maakt een scherp onderscheid tussen de vier manieren om de werkelijkheid te beleven en op de werkelijkheid te reageren. Zo komt de mens in aanraking met een werkelijke gebeurtenis, een gefantaseerde gebeurtenis, een gedroomde en gespeelde gebeurtenis. Hubert Fermin in de rol van de theaterdirecteur houdt in deze monoloog een pleidooi voor de kunst, en met name de toneelkunst. De theaterdirecteur plaatst de reactie van de mens op een gespeelde gebeurtenis, dus een in scène gezette handeling, als een hoge kunstvorm. Fermin: ,,Bij Witkiewicz speelt de emotie een belangrijke rol, ondanks zijn overtuiging dat de mens zijn verstand hard nodig heeft om alle indrukken te ordenen. Maar juist als gevoelens zich doen gelden, dan blijkt de mens niet langer in staat spel en werkelijkheid, droom en waarheid van elkaar te scheiden. En hieraan dankt de `kunstzinnige ontroering', zoals Witkiewicz het uitdrukt, zijn bestaan. Een mooiere bewijsvoering voor de noodzaak van kunst is er niet.''

Voor Terlingen is deze passage over de vier vormen van werkelijkheidsbeleving van cruciale betekenis voor de regie: ,,Witkiewicz is niet alleen een scheppend, hij is vooral een theoretiserend kunstenaar. Al repeterend aan Moeder ontdekten we dat die wisselende manieren om iets te beleven telkens weer in de tekst terugkeren. Nu eens zijn de personages in een droom verzeild, dan weer spelen ze een spel of worden ze geconfronteerd met de keiharde werkelijkheid. Bijvoorbeeld wanneer de zoon zijn geweer in dat buurthuis leegschiet. Ik hoop dat we Witkiewicz in zijn zuiverste vorm kunnen laten spreken, namelijk door de grenzen tussen de reële, de gefantaseerde en de gedroomde ervaringen vliedend te houden. Als hoogste ervaring is er tot slot die van het toneelspel, want het ongrijpbare daarvan wekt ontroering. Is het echt, of is het spel, en hoe echt is dan het spel? Het zijn de nauwelijks te beantwoorden vragen die Witkiewicz-de-toneelauteur stelt.''

Kester Freriks, NRC Handelsblad - Cultureel Supplement 8 april 2005:

Stanislaw Ignacy Witkiewicz Moeder - seizoen 2004/2005

Een inleiding tot zijn denkwereld

'De alomtegenwoordige natuur vormt de achtergrond waartegenover zich het vreemde Mysterie van het Bestaan afspeelt.' Deze gedachte vormt de basis voor de kunst en het leven van Stanislaw Ignacy Witkiewicz (1885-1939).

Zijn vader had hem niet alleen een eindeloos respect voor de natuur maar ook liefde voor de kunst en het geloof in diens eigen kracht (individualiteit) bijgebracht. Hij leerde zijn zoon omgaan met het penseel. Nadat Witkiewicz kennis heeft gemaakt met het werk van Gauguin, Van Gogh en Picasso verwerpt hij het naturalisme als kunststroming. Een bezoek aan Parijs in 1908 betekent in dit opzicht een keerpunt. Hij blijft zoeken naar inspiratiebronnen voor de verbeelding. 

Over een nieuwe vorm van toneel (1920)

Theater en poëzie zijn samengestelde kunsten. Theater geeft echter uit een aantal eigenschappen, die niet intrinsiek voor het theater zijn. Daarom kan men zich de Pure Vorm op het toneel, als in zijn eindresultaat onafhankelijk van het menselijke handelen, zo moeilijk voorstellen. Toch is dit niet onmogelijk. Namelijk door of het leven of de fantasiewereld, met volledige vrijheid te vervormen, zodanig dat men een geheel creëert waarvan de betekenis enkel gedefinieerd wordt door zijn puur scenische interne structuur, en niet door de wetten van de consistente psychologie en de logica van de handeling zoals men die aan het echte leven toeschrijft...

Korte biogafie van Witkiewicz

Pools kunstenaar en filosoof, geboren op 24 februari 1885. Schrijver van novellen, romans en toneel. Zijn vader Stanislaw (1851-1915) leerde hem schilderen. Zijn vader staat bekend als de schepper van de typische 'Zakopanestijl'. Hij verbleef jarenlang in Zakopane, de culturele hoofdstad van de Polen in die tijd.Voor het uitbreken van Wereldoorlog I reisde Witkiewicz naar Frankrijk, Rusland, Ceylon en Australië. Witkiewicz werd ingelijfd in het Russische leger en was in 1917 getuigen van de Russische revolutie. Deze ervaringen zijn van beslissende invloed geweest op Wikiewicz catastrofistische wereldvisie. In 1918 maakte hij deel uit van de avant-garde groep die zie de 'Poolse expressionisten' noemde en in Krakow gevestigd was. Later werd deze beweging bekend als de Formalisten. Ze lieten zich inspireren door het Futurisme, het Kubisme en het Duitse Expressionisme. In 1919 formuleert hij zijn kunstfilosofische theorie van de 'Pure Vorm'. In de jaren '20 experimenteerde hij met schilderen onder invloed van narcotische middelen. Hij veranderde zijn naam tot Witkacy. In 1928 stelde hij zijn schilderwerk ten toon in Parijs in het Salon d'Automne. Hij speelde een belangrijke rol in de evolutie van het moderne theater in Polen. Kort na de invasie van Polen in september 1939, door de nazi's in het Westen en door het Rode Leger in het Oosten, pleegde Witkiewicz zelfmoord.

'Als je bedenkt dat deze 'auteur' nog maar acht jaar is, dan moet je toegeven dat hij talent heeft! Lopez de Vega schreef zijn eerste stuk toen hij tien was ? Stas was zeven en een half toen hij begon. Als hij aan dit tempo voortdoet, zal het aantal van zijn werken ongetwijfeld in de duizendtallen oplopen,' schreef Stanislaw over zijn zoon in 1893.

'Ik ben, betekent dat ik commentaar geef op mezelf als een schepping waarvan ik nooit in staat zal zijn ze tot op het bot te analyseren. Ik word gereduceerd tot experimenten met de coauteur van mijn bestaan, de psyche. De vorm van mijn gedachten en een mooie dood op een bepaalde dag, liggen genadeloos voor me. Ik zou graag mezelf zien, als terwijl ik sterf de interpretatie van pure, esthetische sensatie, in hun volle vrijheid een eenheid vinden? Ik beeld me het verdwijnen van de proporties van mijn lichaam en de groeiende aftakeling van mijn bewustzijn in. Dit moet een extreem fascinerende ervaring zijn. Misschien dat ik dan, op die dag, al is het maar voor een seconde, in staat zal zijn de werking van de dood te imiteren?' (Beelzebub Sonata, ed. D.Gerould, J. Kosicka, NY, 1980)

Alain Pringels, dramaturg Toneelgroep De Appel

Script

[ download ]

Liedteksten

[ download ]


Persreacties

Carp
Moeder, een mooie rol van Geert de Jong
...
De sympathie en bewondering gaan uit naar barmeid Dorata, een schitterende vertolking van Hanneke Scholten.
... 
.. het door Guus van Geffen ontworpen decor verdient een speciale vermelding.
...
... er blijft ontstellend veel te zien en te beleven.

Haagsche Courant
In de openingsscène is Moeder in de bewerking van Jules Terlingen precies het theater dat de schrijver van het stuk, de Pool Stanislaw Ignacy Witkiewicz, voor ogen stond: theater als een wonderlijke droom waarin zelfs de meest alledaagse zaken een ondoorgrondelijke bekoring hebben.
...
... de handlingen zijn ontroerend of komisch, juist door hun alledaagsheid.
...
... mooie enscenering...

De Telegraaf
Terlingen heeft een voorstelling gemaakt die van meet af aan een absurdistisch karakter krijgt.
...
Een aardige rol van Hubert Fermin die kwistig slingert met citaten uit de wereldlitaratuur, de filosofie en de theaterwetenschap.

de Volkskrant
Hoe rijk aan ideeën en theorieën Moeder is en hoe moeilijk om te ensceneren, blijkt nu bij de eerste Nederlandse opvoering door De Appel in de regie van Jules Terlingen.
...
Niemand springt er persoonlijk uit ... Met uitzondering van de keurige theaterdirecteur (Hubert Fermin) in zijn stijve pak. Verloren waadt hij door de puinhopen, druk doende allerhande filosofieën te verkondigen. Minicolleges zijn het, die je graag hoort.

NRC Handelsblad
Theaterdirecteur Hubert Fermin citeert Nietzsche en bespiegelt over het theater. Dat is vaak interessant.


[ terug ]