x
Catanzaro: recensies
x
Het Parool / NRC Handelsblad
x
 

Lunch met Grappa

Door: Maartje den Breejen
Uit: Het Parool, 28 januari 1999
Gezien: 27/1, Theater Bellevue

Ik geloof dat je nergens zo veel hoort klagen over langdradigheid als bij toneel. Niet verwonderlijk, want een boek dat je niet ligt, kun je terzijde leggen, een film biedt altijd nog wel wat bewegende plaatjes, maar toneel moet je wakker uitzitten, wil je niet al te demonstratief blijk geven van je afkeuring.. Daarbij zou de klacht ook zijn oorzaak kunnen vinden in een langzaam ontstaan gebrek aan communicatie tussen theatermakers en publiek.
Langzaam is de rolverdeling ontstaan: de toneelgroep serveert, het publiek keurt. Geeuwen de toeschouwers, dan werken de toneelmakers aan wervelender teksten of meer spektakel en vermaak. En het publiek raakt meer geïrriteerd, want het wil juist geen bochtengewring, het wil worden aangesproken.
Hoe dan ook, het tij keert. De tekst van Jules Terlingen voor de Bellevue-lunchvoorstelling Catanzaro wervelt geenzins. Paul Korssen verhoudt zich bovendien tot zijn rol van maffioso met gewetensvragen als een EHBO'er tot een mummie. Hij somt zijn moorden op - met bijl, hak, vuist en pistool - op een toon alsof hij het tegen de sigarenboer heeft. En dat terwijl de doden hem achtervolgen en alles hem hoog zit, gezien zijn herhaaldelijke 'ik moet erover praten' tegen het publiek. De smakeloos Italiaans geklede vriend en beschermheer  van de maffioso wordt geestig zwijgzaam gespeeld door Cornelis Schenk. Het verhaaltje evenwel - jongen komt via zijn vader in de maffia terecht en begrijpt achteraf niet waarom hij al die mensen heeft gedood - is mager.
En toch is het prettig toeven  op de eerste verdieping van Theater Bellevue. Dat ligt aan de gastvrije manier waarop het publiek wordt ontvangen. Het was warempel of de twee spelers blij waren ons eens te zien en we kregen van de zwijgzame vriend en beschermheer een glaasje grappa ter verpozing. De buitenwereld kolkte naar binnen in zonlicht door de ramen die nu eens niet waren geblindeerd. In de verte op de Stadhouderskade raasen de auto's en trams in perfect evenwicht met de Italiaanse stadsgeluiden die binnen waren te horen. Uit het belendende keukentje kwam de geur van spaghetti met basilicum en olijfolie. "Als jullie me tegenkomen op straat, praat dan eens met mij," zei de spijtoptant voordat we gingen. Met alle liefde.
x

x
 
x


 Biecht van een spijtoptant

Door: Anneriek de Jong
Uit: NRC Handelsblas, 29 januari 1999
Gezien: 28/1, Theater Bellevue

'Ik ben Paolo Caruso. Jullie krijgen allemaal iets te drinken van me.' Rondjesgevers zijn dikwijls eenzame mensen en dat geldt zeker voor Paolo Caruso. Hij wordt namelijk gezocht door de maffia. Omdat hij zelf een maffioso is. Was. Nu is hij een pentito, een spijtoptant, en hoort hij nergens meer bij.
Schrijver, decorontwerper en regisseur Jules Terlingen zette de held van de lunchvoorstelling Catanzaro in een ongastvrije en raadselachtige ruimte. Zien we voor onze neus het hol waar de pentito zich schuilhoudt? Is de man naar Holland gevlucht, naar Amsterdam, naar dit theaterzaaltje? De ramen zijn met kranten afgeplakt, de tafel is zomaar neergekwakt, aan het plafond bungelt slordig een peertje.
Een interieur dat op haast wijst en op ontheemding. Maar uit een tv-toestel komt het getetter van Rai uno en uit een nis geurt knoflook. Toch nog een beetje Italië in het niemandsland van de pentito.
Het geluid van gierende autobanden vermengd met opera en daardoorheen het gepraat van Paolo. Over zijn vermoorde broer, de citroenbomen van hun geboortedorp Catanzaro, de gemeenheid van de politie en het geluk van heel lang geleden.
Zijn gepraat is een biecht en een apologie. Inzicht verzandt in de bekende smoesjes: 'Ik heb nog nooit een slachtoffer gedood. Het waren daders.'
Sinds zijn oprichting in 1991 houdt Jules Terlingens gezelschap Würz zich bezig met personages die verstrikt zijn in hun obscure verleden. Ze zetten dappere stappen om zich van dat verleden te bevrijden en met woorden helderheid in de chaos te scheppen. Zo ging het in Een fokker in Den Haag en in Jeuk! Zo gaat het in Catanzaro.
Dat het verleden zich niet laat bezweren blijkt behalve uit Paolo's woorden ook uit de schim die hem volgt. Domenico omringt hem met goede zorgen; hij kookt, brouwt espresso en houdt hem vanachter een dikke bril in de gaten.
Een aardige regie- en schrijfvondst is dat de pentito de schaarse mededelingen van zijn begeleider steeds uit het Italiaans moet voor ons moet vertalen: terwijl de een zijn besloten maffiawereldje koestert, doet de ander z'n best een brug te slaan naar een nieuw leven. Acteur Cornelis Schenk spreekt dat Italiaans met een schorre Godfather-stem en zijn pokerface, gekook en geredder maakt hem tot de komische helft van het duo. Toch valt er minder te lachen dan bij vorige Würz-producties. Door het trage tempo zakt de mooi-terloopse spanningsboog weleens in. En de ernst van Paul Korssen als de pentito werkt aanstekelijk: bedachtzaam spoeden we ons naar de lunch.
x

x
 
x