Jeuk!

 

 

 

 

Jules Terlingen

Würz 1998

 

 

 

 

(intro Dokter Bub met radiopraatjes)

Rich:

Dokter, Bub, zeg eens eerlijk, merkt u iets aan mij?

Heb ik hulp nodig?

Moet ik in analyse? Heb ik geen psychiater nodig?

Bub:

Dat is zeer goed mogelijk. Ik zou u verschillende collega's kunnen aanbevelen die misschien met een lager honorarium genoegen nemen.

Rich:

Hoeveel goedkoper

Bub:

Ooooo-

Rich:

Zelfs dat is voor mij teveel

Bub:

Dat dacht ik al

Om terug te komen op-

Rich:

Zou u mij een advies willen geven?

Bub:

Dat vraagt iedereen zich altijd af

Rich:

Ben volkomen wanhopig dokter.

Taferelen in mijn kop dokter,

dat die beelden zo levensvatbaar waren dat ik,

zo indringend dat ik, geen moment,

Nou ja.

Het gaat niet goed met pappa

Pappa moet centjes verdienen, hier!

Wij gaan lekker op vakantie en pappa blijft thuis.

Pappa moet werken.

Doorwerken.

In het weekend.

Doorwerken.

S Nachts. Doorwerken.

En dan komt pappa.

Vrijdag. Wat zielig!

Voor pappa!

Jaha!

Heel hard werken moet ie.

Heel hard.

En zonder roken en drinken heeft dokter Zomers zelf gezegd.

Spastische dikke darm, indigestie, verstoppingen-

het gaat niet zo goed met pappa,

Geestelijk en lichamelijk een riool.

Start:

à Drinken en vrouwen- ja, dat is een probleem, ja.

Dat is het probleem.

Zeven jaar getrouwd en nog nooit, niet een keer.

Kansen genoeg gehad, kansen ja.

Genoeg.

Mae:

Sorry, ik stoor.

Rich:

Nee, helemaal niet.

Mae:

Ik ben m’n sleutels vergeten, stom.

Rich:

Maakt niet uit.

Mae:

Het spijt me.

Rich:

Daar zijn buren voor, altijd, met genoegen.

Mae:

Bedankt.

Rich:

Graag gedaan. Dag.

Waar komt dat vandaan. Ik wist niet dat ze zo nog gemaakt werden. Ik moet, ik had haar, hier binnen, iets drinken, een praatje, hallo, kom zitten, had ik dat niet, dat moet ik doen.

Ja , nee, of toch etc

Wat een avond, wat een nacht, wat een ellende, schijt krijg ik er van.

Het is volbracht.

Tering!

Het had mijn dood kunnen zijn.

Ik stond daar!

Ik stond daar net nog!

Stoppen met roken, stoppen met drinken!

Voor niks!

Gewoon!

Dood!

(begint te roken)

Heerlijk. Daar doen we het voor.

Mijn eerste, in zes weken.

Toch gelukt, zes weken.

(pakt whisky)

Even bijkomen.

Wat een avond.

Wat een ellende.

Bub:

De vrouw die de agressieve benadering kiest, heeft niet alleen de beschikking over lichaamstaal -het rechttrekken van haar rok terwijl ze dicht bij iemand zit, het verschuiven van een gekruist been, het naar voren steken van haar borsten, het pruilen van de mond- ze kan ook de reuk prikkelen. Het juiste parfum in de juiste dosering, zo toegepast dat het een lichte, maar opwindende geur veroorzaakt, kan een belangrijk onderdeel van de agressieve benadering zijn.

Rich:

Een ton.

Dat ding weegt een ton.

Godverdomme.

Mae:

Is er iets?

 

Rich:

Nee hoor, lijkt maar zo.

Mae:

Mijn plant is gevallen.

Rich:

Dat lijkt erop.

Mae:

Sorry. Ik val u wel lastig, vanavond. Eerst mijn sleutels vergeten, en nu die pot die zomaar valt, hoe moet ik dit nu oplossen.

Rich:

Zo erg is het nou ook weer niet. Kom maar wat drinken.

Mae:

Wat?

Rich:

Kom wat drinken. Zo lossen we dat op.

Mae:

Wat?

Rich:

NIET ZEUREN HIER KOMEN DRINKEN

Helen:

Rich-

Rich:

Dat is mijn vrouw

Helen

Ze is net 1 dag weg

Met Rick

Dat is mijn zoon

Ja

Rick

Ze zijn de stad uit

Voor de zomer

De hele- de hele zomer

Ja

Helen:

Heb je gedronken.

Rich:

Nee, ik heb niks gedronken. Sap. Dit.

Hoe heet het. Dat.

Belachelijk dat ik door mijn eigen vrouw word gecontroleerd, is dat nodig, na zeven jaar huwelijk, is dat ergens goed voor, heeft ze daar wat aan, is dat spannend, dat ze zich nog zorgen maakt, na zeven jaar, dat ze ergens hoopt, dat ik, dat ze zich zorgen wil maken. Kijk nou naar mij, ik ben geen steek veranderd, geen dag ouder, dat is biologie, dat werkt anders bij vrouwen, die zijn sneller met alles dus ook wat het slijten betreft, dat alles gaat hangen en flodderen. Daar zit ze over te tobben. Kinderen, de dertig gepasseerd, dan gaan ze tobben. En kijk dan eens naar mij. Als ik zestig ben is er niks veranderd, weet ik nu al, ze zullen denken dat is je moeder, zeker, die.

Helen:

Donder toch op. Je weet niet wat je zegt.

Rich:

Dat weet ik heel goed, ik weet wat ik wil, en met wie.

Komt ze nou nog?

Ah- daar komt ze.

Koffiekop in haar hand.

Ze houdt van de eenzaamheid.

Heeft vermoedelijk koffie liggen drinken in bed.

Heeft de geur van de pas geasfalteerde straat buiten liggen opsnuiven

of herinnert zich die van lang geleden,

heeft kinderstemmen voorbij horen regenen of in haar geheugen,

achter de lichte gordijnen;

geuren en vogelgekwetter op een hete augustusmorgen-

iets wat haar vervuld heeft met hoop

en een gevoel van innerlijke vuiligheid en schuld,

alsof ze voor eens en altijd door eigen toedoen,

door een onvergeeflijke handeling is buitengesloten

uit het paradijs,

een gevoel van innerlijke schuld.

Mae:

Hai

Rich:

Hai –

Ik geloof dat ik je ga wegsturen-

Mae:

Wie? Mij?

Rich:

Ja. Ik ga je wegsturen.

Voor mij is het onmogelijke realiteit geworden.

Dat kan alleen maar in een film.

Consequent als ik ben zal ik dus wel gauw in slaap vallen.

Het begint met slanke enkels in het zonlicht

Daarna komen polsen zonder sieraden.

Champagne - ogen

Wiegelend bekken als veelbelovende bron van vergetelheid.

Een subtiel maar duizelingwekkend welvend buikje.

Haar hoofdhaar was kort, haar schaamhaar in model geknipt.

Wat doe ik in hemelsnaam?

Waarom laat ik me hiermee in?

Volkomen belachelijk.

Helen is 1 dag weg.

Ze had de teint van een stadsnufje-

Maar geurde naar melk en honing

Zou ze het verschil tussen een brand- en een dovenetel weten?

Alles buitelt over elkaar, vervloeit tot de befaamde oersoep:

Grenzeloos willen!

Levenslust!

Mateloze hitsigheid!

Ik moet wat drinken-

Nee-

Sap

Mae:

Laten we dit staan of drinken we ‘m leeg

Rich:

Laten we dat maar doen, ja, laat maar staan, ik drink even niet meer.

Mae:

Oké

Rich:

Hoe heet ze ook al weer-

Bub:

Mae

Rich:

Mae ja, oké, Mae, godverdomme jij bent me er een.

Mae:

Wat?

Rich:

Het is dat ik nog aan het werk moet, dat ik nog moet werken, dat is het hele punt, nu, dat ik je moet vragen weg te gaan, dat ik- ik moet nog wat doen, begrijp je.

Mae:

Tuurlijk

Rich:

Ik denk dat we elkaar nog wel een keer zullen tegenkomen.

Mae:

Dat zal toch wel

Rich:

Haar stem is door een enkel woord al onweerstaanbaar.

Tegelijk verleidelijk en ontnuchterend zakelijk.

Ze komt, ze komt, zij van boven, en plotseling is ze er in levende lijve

Inclusief verblindend witte tanden, pronte borsten, geschoren benen

En ik moet plotseling hoognodig redderen.

Ramenlappen? Afwassen? Opruimen? Wat zal ik doen? Onkruid wieden?

Want wat zoekt ze bij mij?

Wat wil ze van me?

Bub:

Tanden gepoetst, haar gekamd, vochtigheidsgraad oké

Vlekken ergens? Ruiken we nog wat?

Hij kan

En kom maar hoor

Mae:

Ik ben er

Rich:

Fijn

Mae:

Je wist toch dat ik zou komen?

Rich:

Ja, natuurlijk, kom binnen-

Vertel eens, hoe heet je?

Wat zie je er beeldig uit?

Nee, sorry, stomme vraag

Mae:

Dus u speelt piano?

Rich:

Dat is pas een stomme vraag!

Ja!

Mae:

Speel wat voor me, als je wilt.

Rich:

Daar krijg je spijt van.

Mae:

Ik denk het niet

Rich:

Ik ben niet zo in vorm vandaag.

Bub:

Rich

Zie ik dat goed

Geen sokken

Rich

Nou en

Bub:

Geen sokken

Rich:

Dat zei je al ja, bedankt

Bub:

Meyerheimecase. Deed zijn sokken uit voordat hij toesloeg

Rich:

Toesloeg

Bub:

De aanrander. Hij randde vrouwen aan. Coïncidentie niet

Rich:

Mae- ik geloof dat ik je ga wegsturen.

Mae:

Wie? Mij?

Rich:

Ja. Ik ga je wegsturen.

Mae:

O- en waarheen had je gedacht

Rich:

Heb je familie?

Mae:

Familie?

Rich:

Ik denk, volgens mij, ik denk dat je beter kunt gaan, Mae. Je moet weg. Voorgoed. Dat denk ik. Ik word helemaal gek. Ik heb er nog eens over nagedacht, ik word gek, denk ik. Ik ben gek. En als ik moet kiezen, Mae, dan kies ik. Je vraagt me te kiezen, en ik kies.

Mae:

Ik heb jou helemaal niks gevraagd

Rich:

Dat hoeft ook niet, dat is ook niet nodig, Mae, dat is helemaal niet, dat is het punt niet. Ik heb gekozen. Mae? Ik heb gekozen. Het gaat niet samen, in mijn hoofd ook niet, dat wordt helemaal niks daar, zo, ik moet dat niet doen, het gaat niet, ik moet je vragen weg te gaan. Voorgoed, je moet weg. Ik moet dat niet allebei zo, dat dat dat is niet goed. Uiteindelijk. Ik moet dat niet doen. Ik wil het. Ik wil het echt, maar het gaat niet. Heb ik gemerkt. Denk ik.

Mae:

Wie zegt dat

 

Rich:

Wie zegt dat, wie zegt dat, wie is hier nu al die tijd aan het woord, die zegt dat, wat zullen we nou krijgen, ik zeg dat. Sorry. Ik haat je niet, zij haten jou ook niet, niemand haat jou hier, en toch moet je weg. Nu. Weg. Dus ga, om te beginnen. Ga weg. Ik hoop dat je, dat je er geen spijt van hebt, ik niet, ik heb er geen spijt van, helemaal niet, ik vond het heel, ik vond het heel bijzonder, allemaal, heel, heel, goed, gewoon, goed, weet je, en nu wil ik met rust gelaten, bedankt, sorry, dit was het.

Mae:

Vind je het erg als ik mijn schoenen uittrek?

Rich:

Nee- maar wacht, kijk-

Mae:

Ik weet wat je zeggen wilt, ik bedoel, ik weet wat je bedoelt. Ik ken dat, dat je iets doet, en je staat er zelf bij de hele tijd, je hebt jezelf in die omstandigheden gemanoeuvreerd door iets wat je je in je kop hebt gehaald, en je staat daar, en je krijgt het niet meer weg, uit je hoofd, je wilt ook eigenlijk niet meer weg, je gaat door, terwijl je verdomd goed weet dat je niet door kunt, dat je moet ophouden, dat je je terug moet trekken of zoiets, je jas pakken en opstappen, ik ken dat.

Rich:

Ja.

Mae:

Ja.

Rich:

Ik weet niet of je me helemaal begrijpt, precies, maar, he, ja, in principe, komt het, is dat wat, ja- geef eens een voorbeeld.

Mae:

Jij

Rich:

Sorry?

Mae:

Jij. Jij moet een voorbeeld geven. Dan weet ik of ik je heb begrepen.

Rich:

Ik weet niet zo gauw iets, ik kan wel ergens over beginnen en zien waar ik uitkom, maar als jij al iets in je hoofd hebt, bijvoorbeeld, om over te praten, dan- ik weet niet, dat vind ik ook goed.

Mae:

Oké. Zal ik jou vertellen wat ik heb meegemaakt. En ik weet zeker dat je halverwege wilt dat ik ophoud. Maar dan ga ik door, begrijp je. Ik ga door.

Rich:

Oké.

 

Mae:

Als ik je goed heb begrepen, tenminste.

Rich:

Ja

Mae:

Want daar hebben we het over, hè, dat je ergens in terechtkomt waarvan je niet meer weet hoe je erin verzeilt bent geraakt, en je eigenlijk weg wilt maar toch door gaat, dat je blijft omdat het tijd werd voor iets, iets nieuws.

Rich:

Iets nieuws, nee, niet speciaal, dat hoeft niet iets nieuws te zijn.

Mae:

O

Rich:

Wat?

Mae:

Dan heb ik je toch niet goed begrepen.

Rich:

Maakt niet uit, vertel dat verhaal nou maar, wat je hebt meegemaakt.

Mae:

Waarom zou ik.

Rich:

Wat is dat nu weer voor een opmerking. Omdat ik er om vraag, omdat je er zelf over begint. Kom op zeg.

Mae:

Het gaat best ver, en ik wil het niet zomaar vertellen.

Rich:

Hoe bedoel je, zomaar

Mae:

Als het uiteindelijk nergens op slaat dan kan ik het beter niet zeggen, vind ik, laat maar, sorry, laten we iets op de piano gaan spelen, laten we-

 

 

Rich:

Nee! Waarom doe je dit, denk je dat ik niet nieuwsgierig genoeg ben naar je, dat je nog wat extra geheimen moet suggereren, dat ik je anders niet voor vol neem of wat, wat is dit, waarom doe je dit.

Mae:

Dit bedoel ik.

Rich:

Dit.

Mae:

Dit dus. Dit bedoel ik.

Rich:

Wat, waar heb je het over.

Mae:

Ik heb iets in mijn hoofd, ik begin iets, en-

Rich:

O dat. Dat bedoel je.

Mae:

Ja

Rich:

Oké.

Mae:

Begrijp je

Rich:

Ja

Mae:

Vind je het erg als ik mijn schoenen uittrek?

Rich:

Nee, ga gerust je gang

Maak het jezelf gemakkelijk

Mae:

Je vrouw is zeker weg hè?

Rich:

Hoe weet je dat

Mae:

Dat zijn ze allemaal 's zomers. Opvallend

Rich:

Allemaal? Hoe weet je dat?

 

Mae:

Alle vrouwen. Waar ik vandaan kom gaat niemand weg, niemand, geen vrouwen van mannen.

Rich:

Woon jij allang hier?

Mae:

Ja, al jaren, bijna anderhalf jaar. Zalig, vooral sinds ik mijn eigen woning heb. Toen ik nog in de club woonde, je moest binnen zijn om één uur, dan was het spertijd. Nou kan ik doen en laten wat ik wil. Ik was blij dat ze me vroegen op te stappen

Rich:

Waarom wilden ze dat?

Mae:

Regels. Nadat die foto van mij werd gepubliceerd in PhotoWorld.

Rich:

Wat was er dan met die foto?

Mae:

Ik was naakt

Rich:

O

Mae:

Op het strand, met wat drijfhout, om me heen, aangespoeld. Verzameld. Structuren noemde hij het, de fotograaf. Structuren van Het Hout, Het Zand en van Mij. Ik kreeg 50 gulden per uur. En hij is wel een paar uurtjes met me bezig geweest. Dan was dit weer niet goed en dat niet en zo. Maar kreeg wel doorbetaald

Rich:

Klinkt logisch

Mae:

Was min eerste en laatste klus als model

Rich:

Waarom?

 

 

Mae:

Ik heb nu een vaste baan

Ik was

Rich:

Wat

Mae :

Grapje!

Ik was

ik bedoel ik doe een commercial

Ik was het overhemd van mijn man

twee keer

een keer met iets onbekend

tweede keer met Tril

ben 8 seconden in beeld

iedere dag drie keer

dat maakt 24 seconden

Rich:

Dus je bent actrice

Mae:

Iedere keer dat ik die overhemden was kijken er meer mensen dan naar hoe heet ze nou in haar hele carrière. Daar denk ik dan aan

Rich:

Onvoorstelbaar

Mae:

Hoe heet ze nou- ze speelt al heel lang, heel goed, ik kan niet op haar naam komen.

Rich:

Weet ik ook niet, ik kom ook pas kijken. Negenendertig ben ik, achtendertig- overmorgen

negenendertig.

Mae:

Overmorgen? Ik ben gisteren 22 geworden. Ik heb het gisteren gevierd, alleen- tenminste

met een fles champagne die ik niet open kreeg.

Rich:

O- zal ik dat doen, dat kan ik. Laat mij dat maar doen.

 

Mae:

Wil je dat

Rich:

Ja, dat wil ik wel.

 

 

Bub:

Uit gekruiste armen kan blijken: ik ben gefrustreerd. Ik krijg niet wat ik nodig heb. Ik voel me opgesloten, ik kan er niet uit. Laat me eruit. Ik kan benaderd worden en sta tot je beschikking’ Hoewel de man die weinig van lichaamstaal weet, het gebaar verkeerd kan interpreteren, zal de man die veel van lichaamstaal weet, de juiste boodschap destilleren uit de tekens die het meisje geeft. Is haar gezicht vertrokken van frustratie, zit ze er stijf of ontspannen bij? Wendt ze haar blik af wanneer je haar aan wilt kijken.

Mae:

Heerlijk

Rich

Zo, jij lust er wel pap van

Mae:

Heb dat inderdaad vaker gehoord

Rich:

Nog wat drinken

Sigaretje misschien

Mae:

Nee dank

Maar ga gerust je gang

Let maar niet op mij

Je bent nog goed in vorm

Rich:

Op mijn leeftijd

Mae:

Zo oud ben je nu toch ook weer niet

Hoedanook

Ik vind het lekker

Rich:

Heb je een vriendje?

Mae:

Nee

 

Rich:

En waarom niet

Mae:

Daarom niet

Rich:

Klinkt niet romantisch

Mae:

Vind ik wel

Jij bent getrouwd

Jij bindt je niet nog een keer

Jij wordt niet verliefd op me

Je begrijpt me toch, niet?

Rich:

Weet je heel zeker dat je niets wil drinken of roken

Mae:

Nee, echt niet

Aardig optrekje dit

Hou van kamers met trappen

Rich:

Vooral als ze nergens toe leiden

Mae:

Ja

Rich:

Lees jij wel eens?

Mae:

Nee nooit

Ik moet maar eens gaan

Rich:

Zo laat is het nou toch ook niet

Mae:

Je hebt gelijk

Dan wil ik ook nog wel wat drinken

Vooruit dan maar

Een dubbele

Helen:

Rich, Rich

 

Rich:

Het spijt me niet. Het spijt me niet.

Helen:

Heb je een leuke avond?

Rich:

Ja

Helen:

Hoe kom je zo nat? Ben je trots op jezelf?

Rich:

Ik schaam me nergens voor. Jij maakt het lelijk en dat is het niet

Helen:

Je ziet eruit als een verzopen rat. Je moet wel op een andere planeet zijn geweest.

Rich:

Ik ga hier niet benepen over doen.

Helen:

Ik dacht dat je gewoon wat probleempjes had. Deze kende ik nog niet, de edelmoedige echtbreker.

Rich:

Interesseert me niet

Helen:

Het interesseert je niet. Geweldig! Niks geen tederheid, niks geen liefde, niks geen aandacht, niks geen bezorgdheid. Ben je teder, dan ben je geen vrouw vandaag de dag. Ik ben teder en jij haat me.

Rich:

Ik haat je niet. Ik voel helemaal niks voor je. Ik wens uit het diepst van mijn hart je geen pijn te doen, maar ik hou niet van je. Dat is de waarheid. IK voel helemaal niets voor je.

Helen:

Waarom hou je niet van me?

Rich:

Je hebt geen lef. Je laat me leeg. Je geeft niet om me.

Waar jij om geeft is dat ik je niet tot last ben, dat alles rimpelloos is, dat ik je problemen aanhoor. Dat ik jou geef wat jij nodig hebt in bed, dat ik je eten klaar maak en je huis schoon houd. Ik ben onvruchtbaar. Ik wil veranderen. Ik wil mijn leven niet wegspoelen met leugens. Ik haat mijn leven met jou. Jij geeft me niet het gevoel dat ik een man ben. Iedere dag sta ik op met het gevoel dat ik dood wil en dat dat niet mag, tegenover jou niet tegenover onze vrienden niet en dat ik verstandig moet zijn. Misschien vind je het pijnlijk, misschien vergis ik me. Jij bent verschrikkelijk, de hele wereld kijkt altijd mee.

Ze wil me, ze wil me, ik hou van haar. Zij is niet bang dat ik haar zal afwijzen of dat ik mezelf belachelijk maak. Ze gaat me de kleren van het lijf rukken. Ze gaat me slaan. Ze gaat me neergooien, ze gaat me gebruiken, omdat ze dat wil. Dat begrijp je toch niet, begrijp je dat?

Helen:

Wil je geweld? Wil je dat ik geweld gebruik? Wil je dat ik je op je bek sla iedere keer dat jij je mond open doet? Dat stellen jullie op prijs vandaag de dag.

Rich:

Daar gaan we weer.

Ik zie het allemaal voor me, op een goede dag vallen jullie aan. En ik zal je iets leuks vertellen, we zullen ons meteen overgeven en jullie mogen allemaal alles hebben- het huis, de auto, het kantoor, de rekeningen, de hoofdpijn. Misschien dat we wat in de tuin werken en als jullie dat ook niet willen dan blijven we gewoon rustig wat zitten denken en het enige wat we vragen is rust. Sla ons maar drie keer per dag, geef ons water en brood, en laat ons maar naar de zon zitten staren en blind worden- goed?

Bub:

Ben jij opgefokt?

Rich:

Nee, volgens mij ben ik tamelijk normaal.

Bub:

Wat is het verschil, vind jij, tussen opgefokt en normaal?

Rich:

Opgefokt is ongelukkig en normaal dat je ermee leert leven.

Bub:

Ongelukkig zijn is een geestestoestand.

Rich:

Jullie hoeven je nergens zorgen over te maken.

Helen:

Nee. Een knul van jouw leeftijd die moet zich toch kunnen ontspannen.

Rich:

Ik kan moeilijk een bank gaan beroven, voor de kick. Da’s tegen de wet, toch?

Helen:

Ja nou.

Rich:

Wat moet ik dan? Ze gaat met me mee, we doen het, en als je denkt dat ze maar weer eens op moet stappen begint de muziek en sta je ik weet niet wat te doen met zo’n kind dat op alles een antwoord heeft en dat maakt ook niet uit, want ze is waarschijnlijk toch veel opgefokter dan ik. (tegen Mae) Wil je niet iets sterkers drinken?

Mae:

Dat heb ik niet nodig, ik ben van mezelf al high.

Bub:

En ik heb het gevoel dat als het jou zou lukken om wezenlijke emoties echt te voelen, en er mee leert om te gaan, om de meer dierlijke driften aan banden te leggen, begrijp je wat ik wil zeggen, niet dat je het met me eens hoeft te zijn.

Rich:

We drinken wat, we dansen, we stellen ons aan elkaar voor, en Jezus, dat weet je toch.

 

Bub:

Ik heb de indruk dat jij je laat meeslepen door de atmosfeer.

Wil je met haar naar bed

Rich:

Dat is min of meer de bedoeling, ja.

Helen:

Je bent gewoon een vieze oude man

Rich:

Wat is daar mis mee? Ik werk me de hele dag uit de naad. Werk me te barsten, onderhandel, lieg, vecht en waarvoor? De gordijnen, een dubbele garage? Ik vind het heerlijk vies te zijn.

Helen:

Dan moet je een hoer trouwen!

Rich:

God Jezus-

Ik ben het zat om voor wat dan ook te worden uitgemaakt, alleen omdat ik honger heb.

Helen:

Ga dan naar een restaurant.

Rich:

Dit is mijn eigen huis. Ik ben het gezinshoofd hier

Helen:

Ik run hier het huishouden, ik hou het hier schoon.

Rich:

Ik betaal dat.

Helen:

Jij bent gemeen.

Rich:

Goed, ik ben gemeen.

Mannen.

Wij zijn gemeen.

Ik noem een Bub

als je het weten wil

Toen Helen die groene jurk droeg, die zonder rug

Hij bleef maar hangen, niet weg te krijgen

Hij ging maar niet weg en maar kijken, met zijn ogen

Bub:

Ze ziet er goed uit.

Helen:

Dank je Bub

 

Bub:

Is het geen snoezig pakje?

 

Rich:

Je moet er wel het figuur voor hebben

Helen:

Heb ik nooit klachten over gehad

Bub:

Jij hebt mazzel Dickie, zonder dat je het beseft, bedoel ik

Rich:

Ik besef het best en noem me geen Dick lul

Bub:

Helena de mooiste vrouw van-

Helen:

Zo kan ie wel weer

Bub:

Ik meen het. Even zo blijven staan, ja mooi en dan draaien. Prachtig.

Rich:

Jaja, vader, ik heb je zwaar in de gaten.

Bub:

Wat zei je?

Rich:

Blote rug, blote borsten, lekkere kont lange benen, rood

Helen:

Niet op letten, je weet hoe die is als die

Rich:

Ik heb niks op, twee glaasjes

 

Helen:

Hij mag eigenlijk niets meer drinken tot zijn darmen tot rust zijn gekomen van de dokter, die adviseerde dat.

Bub:

Moet je je aan houden, Dickie. Als een man zich niet kan beheersen op een bepaald punt moet ie het vergeten, vind ik. Ik hou overal mee op, eens per jaar voor een langere of kortere periode, een tijdlang. Wilskracht, onthouding.

 

Rich:

Hier ga ik niks op zeggen

Helen:

Dus je vindt dat dit wel kan

Bub:

Meer dan dat

Beeldig en die contouren-

Helen:

Dat je dat ziet

Bub:

Ik ben inmiddels ook een autoriteit als het om dameskleding gaat

Ga graag eens een keer met je mee shoppen, gezellig.

Rich:

Shopping and fucking, of andersom

Helen:

't Is jaren geleden dat ik zo-

Bub:

Ik hou daarvan- wild en ongetemd

Ik moet je wat bekennen

Helen:

Een verrassing?

Rich:

Zal ik er een open haard bijhalen?

Helen:

Luister etterbak, kappen. Nu ben ik aan de beurt.

Rich:

Welnee. Nooit schatje, jij komt nooit aan de beurt

Bub:

Nou, dat moet je niet zeggen

Helen:

Hé, geef me eens een kus, casanova.

Kom op, schatje, een gewoon kusje. Ik zal je geen pijn doen, klein ventje

Rich:

Zo klein is ie niet

Helen:

Nee. Wedden van niet. Kom op

Maak je over hem maar niet ongerust. Een lief klein kusje, wat geeft dat nou? Het blijft binnen vier muren. We zijn een echte familie hier. Dus kom op. Laten we elkaar beter leren kennen. Jij bent toch onderzoeker, of niet? Kom op, onderzoek eens wat. Doe eens een klein onderzoekje, een experimentje op de oude Helen.

Rich:

Zo oud ben je niet

Helen:

Zo is het. Zo oud ben ik niet, maar ik heb heel wat geëxperimenteerd. Heel wat.

Bub:

Dat dat geloof ik graag

Helen:

Het zal voor jou ook eens wat anders zijn.

Bub:

Dat zeker

Helen:

En als je daarna terugkomt bij dat vrouwtje van je ben je weer kakelvers

Bub:

Bij ons tweeën komt het altijd op hetzelfde neer

Helen:

En ik zal ervoor zorgen dat er niemand achter komt. Geef me een kus. Kom op.

Mae:

Het heeft iets- iets-

Rich:

Kalms en toch lekker broeierig?

Mae:

Nou nee, meer, meer- een

Rich:

O. Nou, dan misschien een wilde, rustgevende expressiviteit?

Mae:

Nee. Het straalt iets uit van-

Rich:

Een wildbroeierige expressieve rust.

Mae:

Zit je me in de maling te nemen.

Rich:

Niet dat ik weet.

Bub, glaasje benzine?

Helen:

Wat ben jij godvergeten leuk

Rich:

Ik probeer je wat gevoel voor humor bij te brengen, schat

Mae, wil je echt niet iets sterkers drinken?

Mae:

Heb ik niet nodig, echt niet.

Rich:

Het is een goede manier om je te uiten

Mannen kop op en gaan met die banaan en alles uit de kast. Helen? Cognac, wat zullen we doen, Martell? Crème de cacao frappé, ginfizz, zeven soorten likeur door elkaar en dan met een brandend vlammetje ?

Mae:

Drink nooit door elkaar dan voel je je niet naar

(giechelt)

Rich:

Een echt damesdrankje.

Mae:

Ik weet het niet.

Rich:

Nee, ja, goed- nou ja, hoedanook

 

Mae:

Ik voel meer voor, voor, voor

Rich:

Uhuh, uhuh, ik ook, ik ook, het essentiële,

het besef, slagroom op het topje, vruchtensap over de pudding,

en alcohol puur en simpel, heel goed. Bub? Glaasje benzine?

Puur en simpel, zo, voor de puren en de simpelen.

Op een koele klare blik, een hete droge lever

en een ongetemd hart, ad fundum, proost.

Bub:

Zo dat hebben we ook weer gehad.

Rich:

Schuif eens op-

Mae:

Hoe heet je vrouw

Rich:

Helen.

Tja.

Haar vader was een Man van God en hij was steenrijk.

Mae:

Nou dat klinkt goed

Rich:

Ja en dus heeft mijn vrouw een beetje geld

Mae:

Geld van God

Rich:

Nee. Geld van haarzelf

Wel een beetje er bij blijven hè

Mae:

Sorry, ik doe mijn best.

Ik wil vrij zijn

Geen vaste relaties

Ik ga voor Vrijheid

Rich:

Waar het op neer komt

Je moet af en toe iets doen waar je goed spijt van krijgt

Soms

Moet je dat doen

Mae:

Wil jij nog meer kinderen? Dochters of zo?

Rich:

Wil ik wat?

Mae:

Heb je soms- ik bedoel, heb je maar één zoon

Rich:

Eentje maar, een jongen, onze zoon

Mae:

Leuk.

Rich:

Oh ja, hij is een hele steun, een spelletje mens erger je niet

Mae:

Een wat?

Rich:

Een spelletje mens erger je niet. Mens erger je niet. Dat snap jij toch niet Mens erger je niet.

Mae:

Ik hoor je wel ik zei niet ik ben doof ik zei ik snap het niet

 

Rich:

Dat zei je helemaal niet

 

Mae:

Ik bedoel ik impliceerde dat ik het niet snapte. Jezuschristus

Rich:

Jij ergert je hè?

Mae:

Sorry

Rich:

En ik zei alleen maar, dat onze zoon, onze oogappel de appel van onze drie ogen want Helen is een cycloop dat onze zoon een spelletje mens erger je niet is, en jij ergert je

Mae:

Sorry, het is laat, ik ben moe. En dan dat geschreeuw hier -

Rich:

En dus erger jij je. Natuurlijk. Geeft niks, maak je niet dik. Iedereen die hier komt ergert zich uiteindelijk. Logisch, maak je niet dik

Mae:

Ik maak me niet dik

Rich:

Je ergert je

Mae:

Ja

Rich:

Waar het op neer komt is dat je af en toe iets moet doen waar je goed spijt van krijgt.

Soms moet je dat gewoon doen.

Mae:

Volgens mij ben ik ziek, ik moet overgeven

Rich:

Meen je dat nou

Mae:

Ja, ik ben misselijk

Bub:

Ga je vrouw helpen

Rich:

Ik ben bezig, zie je dat niet

Bub:

Ga je vrouw helpen

 

Mae:

Sorry-

Rich:

Geeft niet

Bub:

Ga je vrouw helpen

Rich:

(tegen Helen)Heb jij hulp nodig?

Helen:

Ja

Rich:

Rot toch op, wat krijgen we nou zeg.

Bub:

Gaat het?

Mae:

Nee

(weg)

Bub:

De loop van de geschiedenis

Rich:

Ik haat

Bub:

Ze komt er wel overheen

Rich:

(tegen Helen)

Jij bent gemeen. Heel gemeen tegen mij.

Bub:

Kom toch. Lijm wat er te lijmen valt. Ogen open en maken wat er van te maken valt.

Rich:

Ik haat – verdomme waar was ik gebleven, met jou, met jullie. Wacht nou toch. Waar is ze heen. Ze was net nog hier. Zei ze dat ze ziek was, of zoiets.

Bub:

Truffels vind je met een varken.

Helen:

(giechelt)

Rich:

Jullie hebben elkaar weer gevonden. Dat is mooi, heel mooi, goed.

Bub:

Ga je vrouw helpen.

Rich:

Bedenk maar een andere rol voor me.

Bub:

Je speelt al een rol, al besef je het niet.

Rich:

Jaaaa-

Helen:

Neee-

Bub:

Jij bent ziek

Rich:

Zij is ziek. Zij. En die daar buiten, hoeheetze, die is echt ziek, heel triest, feitelijk, zonde ook,

Voor haar dan, ik bedoel, dit bevalt me niet- wacht nou even, wacht even, ik ken deze film, laat me nadenken. Nee- ik weet het weer. Wat? Ja. Ik speel een rol. En ik besef het niet. Daar waren we gebleven. En dat is wat ik - Ik ben mezelf.

Helen:

Sorry?

Rich:

Ik ben- je verstaat me wel.

Bub:

Jij speelt een rol, en je beseft het niet.

Rich:

Nee. Ik ben mezelf

 

Helen:

Jij bent ziek

Rich:

Dat zei hij al, ja

Bub:

Jij bent ziek.

Helen:

Jij bent ziek, jij bent ziek

Bub:

Ophouden. Vooruit, ophouden.

Rich:

Jij wilt echt oorlog, vandaag, hè? Ik maak jou dood, dat is wat ik ga doen. Ik maak jou helemaal dood.

Helen:

Jij.

 

Bub:

Nee

Rich:

Ik heb jullie gewaarschuwd, ik ga hier mee door, dit krijgt niemand gestopt, dit, ik ga door.

Ja, praat maar, zeg wat je wilt, ik ga door, echt, ik stop niet meer. Hier. Hier stopt het niet meer, echt niet, tot ze dood is, niet.

Bub:

Dat hij toch eens toegaf dat er inderdaad van een 'act' sprake was,

dat is precies wat ik verwacht.

Ik heb er zo'n gevoel van gehad.

De hele tijd.

De irritatie was enorm.

Dat lichtzinnige spelen.

Hoe doorzichtig alles wel beschouwt.

Iemand zet met zijn volle verstand een act in elkaar

die onmiskenbaar als toestand van wilde verwarring zal worden gekwalificeerd.

Die een leek zonder meer als teken van waanzin zal beschouwen.

We kennen allen het verschijnsel van de acteur

die zich inleeft in een daad die hij in alle objectiviteit niet heeft begaan.

Hij wil ons, het publiek, wel met de uiterlijke kenmerken

van zijn daad confronteren,

om ons, het publiek, iets duidelijk te maken,

iets onder ogen te brengen,

te overrompelen, te imponeren

en wel op een gebied waarbij wij als publiek ontvankelijk blijken te zijn.

Waar we ons morele systeem vrijwillig laten provoceren en verwarren.

Een ruilhandel met sympathieën en antipathieën.

Omdat de zogenaamde ziekte niet aan zeer specifieke symptomen te herkennen is,

zal men zich beroepen op sociale co-ordinaten,

op biografische gegevens,

die op die manier tot voorgeschiedenis

van de zogenaamde ziekte kunnen uitgroeien

en vervolgens tot oorzaak worden.

En dan, in de hoop die maskerade te kunnen hanteren, maakt hij één fout,

Rich:

Sorry? Wat zei je?

Bub:

Door namelijk bij mensen aan te kloppen die hem kennen.

Waarom?

Uit angst om door vreemden stevig te worden aangepakt.

- of er misschien iets te drinken is-

Het is nu zo ver met je gekomen

dat jouw fantasie 1 geheel is gaan vormen

met de rest van je hebben en houden,

en je begint variaties te spelen op je eigen verdraaiingen,

met als resultaat-

Rich:

Gelul.

Helen:

Nee! Je begint echt-

Rich:

Gelul!

Helen:

Nee! Je begint echt-

Bub:

Wacht nou.

Rich:

Gelul!

Bub:

Ja- ga maar zo lang door als je wilt, en als je klaar bent-

Rich:

Luister jij wel eens naar je eigen woorden, luister jij wel eens naar jezelf, als je praat?

Jij praat net alsof je een van je kutartikelen dicteert.

Bub:

Ik zit eerlijk gezegd meer over jou in. Over je psyche.

Helen:

Ja. Precies.

 

Rich:

Zit daar maar niet over in, poepie.

Helen:

Noem mij geen poepie

Bub:

Ik denk dat ik je moet laten opnemen.

Rich :

He? Watte?

Bub:

Ik denk dat toch. Ik denk dat echt.

Helen:

Zeven jaar met jou is mooi genoeg.

Rich:

Eh?

Bub:

Ik denk dat ik je moet laten opnemen.

Rich:

Ik luister niet naar je. En als ik wel naar je luister, schift ik alles, ik breng alles terug tot een soort automatische reflexen, dus ik hoor je niet echt, begrijp je. Is er ijs?

Bub:

Is er ijs?

Rich:

Is er ijs?

Bub:

Ijs?

Rich :

Hou toch op. Ijs!

Bub:

IJs ja, is dat er?

Rich:

IJs!

Helen:

Ja

Bub:

Ja, ijs, ja

 

Rich:

Mooi

Helen:

Ga dan halen

Rich:

Wat?

Helen:

Ga halen dan. IJs

Rich:

O ja- ik haal wel wat

Helen:
Nou, ga dan.

Rich:

Het zou me niets verbazen, als jullie nu alleen wilden zijn, het zou me niet verbazen.

Helen:

O nee?

Rich:

Absoluut niet, Bub

Bub:

Nee Rich?

Rich:

Nee Bub.

Bub:

Blijf dan

Rich:

Ik wil ijs.

Bub:

Dan moet je ons even alleen laten

Helen:

Ja

Rich:

Mij laten opnemen, die is goed. Mij laten opnemen, zie je het voor je.

Het is me wel eens gebeurd dat ik me wilde laten opnemen-

Wacht even, dan haal ik eerst ijs.

(weg)

de zevensprong

 

Bub:

Helen, schat

Helen:

Ja

Bub:

Heeft iemand je wel eens gezegd dat

Rich:

(weer terug):

Ja- want ook Franciskus van Assisië heeft het heel wat tijd gekost voordat hij de dieren begreep, en hoe makkelijk zijn die niet te begrijpen, vergeleken met vrienden, atomen, vrouwen en dat soort dingen. Ik moest gewoon geduld hebben, de dieren maken hoorbare geluiden, maar dat zijn geluiden die je al kent. Die verwijzen naar iets dat al bekend is, herinneren je aan het onderdrukte geklik-klak en getjilp, aan het gekwaak en geblaf dat altijd in jezelf aanwezig is. Het geluidloze echter, datgene wat minder geluid maakt dan het eigen bloed, geruislozer gebeurt dan het denken, die geheime welsprekendheid te verstaan, dat is natuurlijk erg, erg moeilijk. Weten wat je niet kan weten is nu eenmaal erg moeilijk. Maar mijn leven hing er van af. Geduld, geduld, zei ik toen bij mezelf. Morgen is het afgelopen, morgen gaat het gebeuren, morgen op mijn huwelijksfeest- Ja.

ijs dus. Moment.

Bub:

Waarom gaan jullie niet scheiden

Rich:

Altijd als Helen en ik praten is er wel iemand in de buurt die zegt:

"Waarom gaan jullie niet scheiden?".

Bub:

Ze wil gewoon niet meer

Waarom sla jij je armen niet om haar heen?

Heeft ze zoiets vreselijks gedaan?

Waarom kun je haar niet aanraken

Helen:

Omdat ik dat niet wil.

Rich:

Oké, laten we gaan scheiden

Bub:

Je kunt toch ook proberen van haar te houden?

Rich:

Ik hou van je

Bub:

Waarom ga je niet met haar naar de film?

Rich:

Waar denk je aan?

Bub:

Weet ik nog niet

Rich:

Wil je naar de film?

Helen:

Nee, laat maar

Bub:

Ze wil graag met je naar de film, echt waar

Bub:

Ze houdt van je, ook als jij denkt van niet, dan houdt ze van je. Je maakt haar heel gelukkig, echt.

Rich:

Ik ga eerst in bad

Mae:

Je ruikt prima.

Rich:

De hele dag op kantoor, het verkeer-

Ik ben zo terug

Is er iets? Alles goed met je

Mae:

Beetje moe

Ga je gang, let maar niet op mij.

Helen:

Sorry, ik kan het niet

Bub:

Maar als hij heeft gedoucht, zijn haar gekamd, zijn mond gespoeld, aftershave opgedaan, poeder op zijn borst, vind je hem dan nog niet aantrekkelijk?

Mae:

Natuurlijk wel

Bub:

Hij bevredigt je niet?

Heeft hij iets verkeerds gedaan?

 

Rich:

Nee

Bub:

Ik wil het echt weten. Hij bevredigt je niet?

Hij houdt van je, zoveel als hij maar kan.

Hij kan zo niet leven, hoor je me?

Helen:

Het spijt me

Bub:

Hij wil scheiden.

Vind je dat grappig?

Dat is niet grappig, dat is de enige oplossing

 

Rich:

Met haar vrijen is een operatieve ingreep

Helen:

Ik ben een vrouw, ik heb dat nodig

Bub:

Wat jij nodig hebt is een baby. Dat heb je nodig

Rich:

Haar zwanger maken heeft niets te maken met liefde.

Bub:

Wat een lul. Jij zou trots moeten zijn zo’n vrouw te hebben.

Rich:

Be my guest

Bub:

Ga je gang-

Rich:

Na u-

Bub:

Als je zo begint-

Oké. Als je het dan zo wil, kan je het krijgen ook

Dansen

Rich:

Jij vormt geen directe permanente bedreiging voor mijn leven. Ik waarschuw je. Ik bedoel je bent gewaarschuwd. Ik waarschuw je

Bub:

Jij waarschuwt me.

Rich:

Types zoals jij, achterbakse gluiperds, die bezorgen me de meeste koppijn. Improductieve, tobberige kloothommels, jullie zijn het allerergst.

Bub:

Ja, dat zijn we. Achterbaks. Een elleboog recht in je staalblauwe ogen, een knietje precies tussen die twee solide ballen van je. Wij zijn het allerergste

Rich:

Precies

Bub:

Ik zou haast denken dat je het serieus meent

Rich:

Ik?

Bub:

Ja jij! Jij meent het bijna serieus en je staat in je broek te pissen van angst

Rich:

Grapjas!

Bub:

Was dat maar waar. Ik zal je een goede raad geven als je die van me

Rich:

Een goede raad? Van jou?

Bub:

Jij kan nog veel leren, zelfs van mij

Rich:

Sodemieter op

Bub:

Ik geef je alleen een goede raad

Rich:

Goede God

Bub:

Jij vindt mij om te kotsen, en zelf ben je een kleinburgerlijke zakkenwasser en toch wil ik je een overlevingsetje aanbieden. Hoor je me?

Rich:

Kan u horen luid en duidelijk over

Bub:

Goed dan

Rich:

He honey

Bub:

Goed oké, je improviseert liever hè?

Rich:

Ja, blijf jij maar lekker breien, opoe ik red me wel

Bub:

Oké, dan maken we er een leuke avond van zonder moeilijke gesprekken over belangrijke onderwerpen.

Rich

Oké voor mij hoeft het leven niet te bestaan uit een wedstrijd

wie de raakste klappen uitdeelt.

Of alles goed gaat weet ik niet, maar het gaat wel beter.

Verder wil ik niks.

Ik wil niks, alleen me lekker voelen.

Ik ben opgewekter geworden.

De omgang met jou bevalt me wel.

Dat ik er dommer van word, geeft niks.

Kan geen kwaad.

Gelukkige mensen worden nu eenmaal zo.

Godzijdank ben ik dommer geworden, dat bewijst dat ik geluk heb.

Vroeger was het doodernstig zijn, vlug, vlug,

nadenken, moord, roof en brand en verkrachting,

maar nu, nee,

nu weet ik wat ik weet,

had ik dat maar eerder geweten

dan was ik totaal anders geworden.

Want eigenlijk ben ik een opgewekt mens.

Geen zwaarmoedig type.

Geen melancholicus en ook geen cholericus.

Ik ben zachtaardig als een engel

En altijd goedgemutst.

Ik heb twee kisten vol hopsa-heisa en een kist hoera’s

welke zal ik opentrekken.

Bub:

Jij bent een einzelganger

Rich:

Ik heb dat allemaal niet nodig, weet je,

Ik kan het hartstikke leuk hebben met een grietje

met, bijvoorbeeld, een probleem

Helen:

O- dus zo doe je dat

Rich:

We drinken wat, en Jezus, dat weet je toch

Zou ik misschien polygaam zijn.

Zet je meter eens aan

Bub:

Zuiver biologisch ben je dat

Mae:

Gaan we nog?

Bub:

Bij de vrouw is dat anders

Mae:

Ik vraag jou niks

Ik wil het niet horen

Zullen we gaan

Bub:

In de vruchtbaarheid

Zij produceert -

Mae:

Stuur hem weg

Zo lukt het niet

Dat gaat zo niet

Niet met hen erbij

Dat wil ik niet

Ik wil jou

Alleen

Rich:

Wacht even

Mae:

Dadelijk begint ie over de plateaufase van het seksuele genot

Geen zin in orgasmen gesprekken

Laten we gaan

Rich:

Even wachten

Mae:

Niks wachten

Kom nou maar eens af

Rich:

Jij begint je hier ook al aardig thuis te voelen hè

Bub, help me even

Bub:

Ik denk dat ik jullie zou aanraden

de laatste restanten van je wilsvermogen te verzamelen,

je gevoelens in de mate van het mogelijke

te reduceren tegen de achtergrond van jullie huidige relaties.

Helen:

Ik denk dat jij niet in de wieg bent gelegd voor een stabiele relatie denk ik weet ik

Mae:

Ik ben toch volwassen. Ben ik niet volwassen?

Sorry hoor-

Het spijt me

Helen:

Geeft niet, jij bent lief.

Een ware prins in penisland dat gaat gewoon niet samen

Je slaat ook nauwelijks een damesblad open of er worden tips gegeven voor een langer voorspel.

Mae:

Helen:

Ik vind een vluggertje eigenlijk ook best lekker.

Mae:

Sorry

Helen:

Laatst zei iemand op televisie dat hij gegarandeerd klaarkwam terwijl zijn vrouw zich nog maar aan het uitkleden was. Zonder maar wat te doen. De vrouw in kwestie bevestigde het met een minzaam knikje.

Bub:

De term volwassen is hier niet op zijn plaats.

Jij leeft in een redelijk goed gecamoufleerde maar bijna continue emotionele wanorde

zoals ik je meemaak, ervaar bedoel ik.

Dat is bekend als fenomeen.

Geen enkele verliefdheid helpt je een stap verder.

In wezen liggen jullie overhoop met jezelf en met je zelfrespect.

Dat staat een normale gevoelsontwikkeling uiteraard in de weg.

Mensen als jullie zijn- indien ze dat al kunnen- toe aan reflectie over zichzelf

en bezinning over de uitzichtloosheid

en de hinder van de emotionele chaos waarin jullie leven.

Geen makkelijke opgave hè?

Deskundige hulp biedt soms uitkomst.

Hier ben ik.

Helen:

Wat kan ie leuk praten

Bub;

De Grieken noemen verliefdheid niet voor niets mania

een geestesziekte die door de goden was ingegeven-

Jij hebt hulp nodig!

Helen:

Wat wil je nou eigenlijk zeggen?

Bub:

Jij bent een vrouw

Rich:

Sorry

Bub:

Jij bent òòk een vrouw.

Mae:

Ja hoor

Helen:

Laat hem nou even

Bub:

DE man en DE vrouw zijn ingebeelde creaturen. We zijn met z’n allen een mengeling van man en vrouw, mentale hermafrodieten. Dus ik kan in volle overtuiging zeggen: ik ben een vrouw.

Rich:

Mooi

Helen:

Hij heeft gelijk, hij heeft gelijk.

Rich:

Ik heb kinderen verwekt

Helen:

Kun jij nou nooit eens-

Rich:

Nee. Ja. Soms. Maar nu niet.

Rich:

Ik word ‘s ochtends uit mijn bed gelanceerd door die onzettende potentie van me

Mae:

Impotentie

Rich:

Potentie (3maal)

Bub:

Ik maak wat los geloof ik?

Mae:

Als je zo begint, ja, jij maakt heel wat los, ja.

Bub:

Waarom reageer je zo heftig?

Mae:

Ik geloof alleen dat ik ongesteld geworden ben.

Rich:

Oké, de vrouwelijke seksualiteit, de subtiliteiten ervan, de verschillen tussen vrouwen, ik vind dat behoorlijk opwindend, behoorlijk opwindend. Behoorlijk. Opwindend.

Helen:

Schatje, je bent zo’n ontzettende, absolute flop

Mae:

Inderdaad jullie zijn allemaal floppen.

Ik ben moeder Aarde en jullie zijn allemaal floppen.

Ik walg van mezelf.

Ik vermors mijn leven met gore, absoluut niet ter zake doende spelletjes,

zogenaamde overspelletjes.

Geef me een geile beurt, laat me niet lachen.

Een stelletje volgezopen impotente sufkezen. Mae knippert met haar ogen en die sufkezen grijnzen en lonken met hun mooie ogen terug en grijnzen nog wat breder, en Mae maakt haar lippen een beetje vochtig en die sufkezen stampen naar de bar om zich moed in te drinken en dan drinken ze zich moed in en dan wippen ze weer over naar die jonge Mae, die een beetje voor hen danst, en daar worden ze zo heet van - ten minste, in hun hersenen en dan stampen ze weer naar de bar en drinken zich weer moed in en hun vrouwen en hun verloofden zitten daar met een gezicht van oude lappen tot ze van nijd uit elkaar klappen... en daardoor voelen onze sufkezen zich gedwongen weer richting tap af te slaan om bij te tanken, en gekke Mae gooit haar rokken omhoog over haar hoofd- 't is smoorheet - je kunt je niet voorstellen hoe heet het is onder je eigen rokken- smoorheet - en dan wacht ze op die sufkezen, en dan komen ze eindelijk op je af, onverschrokken, kaarsrecht, en dan, dat was het dan, schatje. Soms zit er wel eens eentje tussen met een heel behoorlijke potentie, maar jonge, jonge, jonge. Ach, ach, ach, zo gaan die dingen, beschaven is afschaven niet waar.

Al die briljante suffe kezen.

Kleine baby’tjes.

Er is maar één man in mijn hele leven die me ooit gelukkig heeft gemaakt.

Weet je dat? Eentje!

Rich:

Dus?

Laat me maar weer links liggen, schoffel me maar onder de grond,

alsof ik een, nou ja, laat maar zitten,

een woekerend stuk onkruid,

gooi me maar weg als een afgetrapte schoen

In de steek gelaten, alleen achter gelaten.

De koude nacht ingestuurd als een te oud poesje

Ha!

Ik heb niets met het begrip ‘verzoening’.

Ik heb er alles tegen.

De houdbaarheid van het begrip ‘verzoening’ is al tweeduizend jaar verstreken.

Verzoening is het paard achter de wagen spannen.

Als je niets misdaan hebt valt er ook niets te verzoenen.

We zouden niets moeten aannemen wat als vergif aan ons zielenleven vreet.

Net als onze kat.

Die hoef ik echt niets voor te zetten waarvan de houdbaarheidsdatum is verstreken.

Ze eet het niet, punt uit.

En daar heeft ze meer dan gelijk in.

Ik ben niet zondig en ik ben niet schuldig.

Dat wil niet zeggen dat ik alles even goed doe.

Ook in mijn leven doe ik dingen die geen schoonheidsprijs verdienen.

Maar ik weiger met de gedachte te leven dat het eigenlijk niet goed is dat ik besta.

Er is niets waar ik me voor zou moeten schamen.

Integendeel.

Bub:

Zal ik iets voor je inschenken?

Rich:

Ja graag, wat lief van je.

Ze hebben pappie in de steek gelaten

en nou zit ie daar alleen met zijn eigen zwarte zieltje

Pappie witmuis, heb ik echt rode ogen?

Helen:

Omdat je altijd zo moet huilen hè pappie?

Rich:

Ja

Helen:

Huilen moet je

Rich:

Ik huil altijd

Helen:

Mama huilt ook altijd.

Rich:

Altijd huilen we

Helen:

Altijd

Rich:

We huilen

We vangen onze tranen op

En die stoppen we in de ijskast

Helen:

En dat worden dan ijsblokjes.

Rich:

Ik heb ruitenwissers op mijn ogen want ik ben met jou getrouwd, schatje

Helen:

Ping!

Rich:

Ja. Ping.

Helen:

Ping!

Rich:

Ja. Ping!

Helen:

En dan: pang!

Rich:

Ja. Pang.

Het begon er mee dat ik televisie zat te kijken. Op zich geen reden om verontrust te zijn. Maar wat er daarna allemaal gebeurde-

Bub:

Ik heb het geprobeerd, jullie te, te bereiken, te -

Helen:

Contact met ons te krijgen?

Bub:

Ja

Helen:

Te communiceren?

Bub:

Ja precies

Helen:

Dat is ontroerend

Dat is diep aangrijpend

Bub:

Dat is, dat is-

Helen:

Lik mijn reet!

Bub:

Wat?

Helen:

Ben je doof?

Lik me reet

Bub:

Je doet de moeite een beschaafde wereld te construeren, een samenleving op te bouwen

je streeft ernaar, de wetten van de natuur om te smeden

de tegennatuurlijke chaos van de menselijke geest om te vormen tot iets met een moraal.

je herleidt de dingen tot hun meest treurige aspect.

En dan opeens dwars door al die muziek, door al die sensibele geluiden van de mensheid die bouwt en naar het allerhoogste streeft, breekt De Dag Des Oordeels aan.

Dies Irae. En wat is de oorzaak? Wat heeft de trompet doen klinken?

Lik me reet.

Er zal wel een soort van gerechtigheid achter zitten, na al die jaren.

Lik me reet.